Je gesprek moet zo klaar zijn en je hoort de klok tikken… Of je voelt dat er genoeg is gebeurd en dat je kunt afronden? De vraag is dan hoe je dat op een effectieve en slimme manier doet, die het meeste oplevert. Hierbij een paar Oplossingsgerichte tips voor het afronden van het gesprek!
1. Afronding
Hebben we geen tijd meer of denken we dat de opbrengst van het gesprek voldoende is, dan ronden we af met:
‘We komen aan het einde van dit gesprek. Wat uit dit gesprek is bruikbaar voor hoe je verder wilt?’
En ja ‘Wat ga je nu doen?!’ is een veel makkelijkere vraag die ons bovendien voor op de tong ligt. Maar er is een goede reden om deze niet te stellen, want het is zonde dat, als we een goed Oplossingsgericht gesprek hebben gevoerd, we aan het einde nog even onze eigen dwingende kant het respect voor de autonomie van de ander onderuit laten halen. Niet doen dus.
Iets ‘makkelijker’ mag eventueel, zoals ‘Wat neem je mee uit dit gesprek?’. Maar ‘voor hoe je verder wilt’ uit de andere formulering is een krachtige formulering. Misschien even oefenen zodat de vraag er makkelijk uitkomt? Onze eerste zin in een andere taal was ook even oefenen…
2. Wees transparant
Heb je nog maar 3 minuten, dan hoef je de ander daar niet naar te laten raden omdat je steeds weer stiekem op je horloge zit te kijken 😉 En wij als coach, begeleider of leidinggevende hoeven ook niet alwetend te zijn wat nog handig is om te bespreken. Dus we kunnen gewoon zeggen : “We hebben nog … minuten. Hoe zullen we die gebruiken op een manier die het meest zinvol voor je is?”
3. Nuttig
Tussendoor of aan het einde van het gesprek kunnen we de bekende drieslag vragen:
1. Was dit nuttig?
2. Wat was nuttig?
3. Hoe is dit bruikbaar voor hoe je verder wilt?
4. Samenvatten
We kunnen – eventueel voordat we vragen wat nuttig was – even onze aantekeningen nagaan en samenvatten wat de ander heeft gezegd. Let op het gebruik van de exacte woorden van de ander (taalmatching).
Ook is het mogelijk de ander te laten samenvatten: “Zullen we even terugkijken op het gesprek? Wat hebben we allemaal besproken?”
5. Vertrouwensschaal
Heb jij als coach een aarzeling of de ander zijn plannen gaat uitvoeren? Of heeft je gesprekspartner dat zelf? Dan kun je voor dat je gaat afronden ook een vertrouwensschaalvraag gebruiken.
“Op een schaal van 0 tot 10…. Als de 10 betekent dat je alle vertrouwen hebt dat dit gaat lukken, en de 0 betekent dat je geen enkel vertrouwen hebt… Waar sta je dan nu?”
En dan doorvragen: “Wat zit er al in dat cijfer? Wat geeft vertrouwen? Hoe werkt dat precies? Wat nog meer?”
En eventueel: “Stel dat je 1 stapje hoger op de schaal zou staan, wat is er dan anders? Wat geeft dan nog meer vertrouwen? Hoe ziet dat er precies uit?”
Mensen willen graag consistent zijn, dus hoe meer hij onderbouwt dat hij vertrouwen heeft, hoe groter de kans dat hij dit ook waar maakt.
6. Stapje verder
Hebben we nog tijd, dan kunnen we bespreken hoe het eruit ziet als de ander een stapje dichter bij zijn doel is:
‘Stel je bent straks één klein stapje dichter bij je doel van […], hoe ziet dat er dan uit? Wat is er dan anders?’
En dan op details doorvragen natuurlijk. Dit maakt het eerste stapje inzichtelijk voor de ander, en dat vergroot de kans dat hij die ook kan zetten.
7. Evalueren van de coaching
Willen we als coach bouwen aan het verbeteren van de coaching, dan kunnen we eventueel vragen:
“Het helpt mij als ik weet wat voor jou werkt. Wat uit ons gesprek vond je prettig en moet ik een volgende keer zeker weer doen?”
“Heb je nog een tip over wat een volgend gesprek (nog) beter zou kunnen maken?”
NB : Ook kun je schriftelijk evalueren (hier zijn overigens ook specifiek Oplossingsgerichte formulieren voor, de SRS en ORS).
Succes!