< terug Tip

Beter gedrag in de toekomst

beter gedrag in de toekomstSoms vinden we het nodig om onze student, cliënt of medewerker bij te sturen. Het gedrag van die persoon kan echt niet door de beugel! We nemen op dat moment maatregelen en pakken de ander aan. Misschien vliegen we er dan – in het heetst van de strijd – een beetje te hard in en loopt de relatie mogelijk schade op. Hoe kunnen we die effectief herstellen? En hoe kunnen we in de toekomst, ten aanzien van het gedrag van de ander en onze communicatie daarover, een betere situatie voor elkaar krijgen? Lees hier de praktische tips!

Ik heb eerder geschreven over situaties waarin we – soms volledig terecht – bij willen sturen. Tips om dat met behoud van de relatie te doen vind je bijvoorbeeld hier: Oplossingsgericht aanspreken op gedrag en wat kun je doen als de ander niet gemotiveerd is.

Maar stel dat het even anders is gelopen. Dat we uit zijn gevallen tegen onze cliënt of collega, of dat we echt in moesten grijpen en onze student er bijvoorbeeld uit moesten sturen?

Vaak ervaren we daarna ons eigen ongemak. Wie weet pruttelen we in onszelf nog wat na (Dit was een terechte actie van mij. Hij had het er echt naar gemaakt! Wat hij deed kan écht niet! Etc.)

Maar als het stof is neergedwarreld en de gemoederen zijn bedaard, en we nemen de tijd erbij stil te staan, blijft er vaak een stukje ongemak. Dat komt omdat we iemand onder druk hebben gezet en ander gedrag hebben willen afdwingen. Als iemand anders dat bij ons doet, vinden we dat helemaal niet prettig.

Heel begrijpelijk overigens, want een belangrijk onderdeel van ons psychologisch welbevinden, is autonomie. We willen beschikken over ons eigen leven en eigen keuzes maken, en we geven een ander mens niet zomaar de ruimte om daar inbreuk op te maken (‘Hoezó gaat hij mij nu vertellen wat ik moet doen?!’)

Daarnaast zit er in een ‘terechtwijzing’ ook afkeuring. Ook dat is ingrijpend voor ons welbevinden, want we willen ons graag verbonden en competent voelen. Als de ander ons gedrag overduidelijk afwijst, breekt dat de verbinding en blijkbaar vindt hij ons ook niet competent.

(Hierin is de zelfdeterminatietheorie van Deci en Ryan te herkennen: Autonomie, Binding en Competentie)

Als we anderen begeleiden,  dan willen we bovendien liever dat hij zelf ook het belang inziet en gemotiveerd is. Ingrijpen – al dan niet stevig – past dus niet in dat gewenste plaatje.

We kunnen daarom als we tegen een ander zijn opgetreden achteraf zelf een vervelend gevoel hebben, of we merken aan de ander dat de relatie er niet beter op is geworden. We kunnen dan net doen of dat er niet is, maar vaak werkt het beter om dan een herstelgesprek voeren. Die openheid of transparantie is passend als we Oplossingsgericht werken, waarbij we de ander én de samenwerking serieus nemen.

Het herstelgesprek

In het herstelgesprek hebben we doorgaans meerdere doelen:

1. De relatie herstellen
2. Toekomstig gedrag van de ander positief beïnvloeden
3. Bespreken hoe we volgende keer een uitbarsting/conflict/terechtwijzing/ingrijpen kunnen voorkomen

Ad 1: de relatie herstellen

Hierbij maken we onderscheid tussen situaties waarbij we er per ongeluk te hard in zijn gegaan, en situaties waarbij dat niet echt het geval is.

Excuses

Zijn we echt uit de bocht gevlogen dan is het verstandig direct excuses aan te bieden, en wel zonder ‘maar’. Bijvoorbeeld: ‘Ik wil sorry zeggen voor wat er dinsdag gebeurd is. Ik heb […] gedaan en had dat echt niet moeten doen. Ik kan me voorstellen dat dit […] / Dit is denk ik voor jou heel naar geweest / Ik zou me goed kunnen voorstellen dat je daarna dacht […].

Wat we dus NIET zeggen is:
– maar je had het wel verdiend
– maar het was ook echt niet slim wat je deed
– maar ik bedoelde het goed
– maar hoe had ik je anders duidelijk moeten maken dat het anders moet

Helpend is als je ruiterlijk toegeeft dat het niet goed was wat je deed, en als je ook iets opmerkt over de ‘schade’ die je daarmee mogelijk hebt aangericht. Hierin zit een enorme hoeveelheid erkenning voor de ander, en dat is zo belangrijk om weer tot samenwerking te komen.

Als de ander dan nog even los gaat (‘Ja dat kon inderdaad echt niet, dat je dat tegen me zei’) is het heel moeilijk om jezelf niet te gaan verdedigen. Blijf erkennen (‘Ja ik kan me goed voorstellen dat dat ontzettend rauw op je dak viel.’), dan is dit lastige stuk van het gesprek het snelst voorbij.

Enne… een nep-sorry als: ‘Sorry dat je je blijkbaar beledigd voelt, door wat ik – juist met de beste intenties – heb gezegd’, doen we maar niet. Dan kun je net zo goed – of nee beter – geen herstelgesprek voeren.

Neutrale opening

Is het niet noodzakelijk om sorry te zeggen (of krijg je dat niet je mond uit), kies dan voor een wat meer neutrale opening van het herstelgesprek. Bijvoorbeeld:

‘Nou dat was wat hè… dinsdag / net in de klas / bij ons gesprek gisteren. Ik vond het een lastige situatie en ik denk dat het voor jou ook niet leuk was…’

We zetten meteen in op erkenning. En we laten merken dat we wat er gebeurd is niet onder tafel willen vegen of negeren, maar dat we willen bouwen aan de samenwerking door het bespreken. Dit laatste aspect kunnen we verder versterken door bijvoorbeeld te vragen:

‘Ik zou hier graag nog even met je over overleggen, omdat ik deze situatie in de toekomst zou willen voorkomen. En dan kun je mij ook vertellen wat jij denkt dat daarvoor nodig is. Zullen we dat doen?’

Ook bij deze opening kan er een verwijt van de ander komen. Rustig blijven en erkenning geven werkt het beste, als we het op kunnen brengen. Bijvoorbeeld:

’Oh jeetje… het was natuurlijk helemaal niet de bedoeling dat […]. Waar het ons denk ik beiden om gaat is […]’

Ad 2 en 3: beter gedrag en betere samenwerking in de toekomst

We kunnen nu verschillende (beïnvloedings)strategieën gebruiken, en ook uitvragen wat de ander WIL en wat al WERKT. Hierbij een aantal voorbeeldformuleringen:

‘Wil je me helpen dit in de toekomst te voorkomen? Welke ideeën heb jij over hoe we dit voor elkaar kunnen krijgen?’

‘Dus wat je graag van mij wil is […] want dat is helpend om […]. Ik begrijp het. En wat zou jij daarin willen doen zodat […]?’

‘Mijn zorg is dat je te weinig meekrijgt van de lessen, en ik denk dat je eigenlijk graag dit jaar wilt halen. Wat denk jij van die zorg?’

‘Hoe zou jij willen dat we voortaan met een dergelijke situatie omgaan?’ & ‘Wat zou jij daaraan willen bijdragen om dat voor elkaar te krijgen? / ‘Welke ideeën heb jij over hoe we dat voor elkaar kunnen krijgen?’

‘Waar gaat het je om in je studie / in de relatie met je kinderen / met dit project?’
‘Hoe is dat belangrijk voor je?’
‘Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we daar juist aan bijdragen als we te maken hebben met net zo’n situatie als vorige week?’

‘Wat weet jij al wat werkt voor jou in dit soort situaties?’

‘Gegeven dat […] niet kan, hoe kunnen we er dan voor zorgen dat we toch bereiken dat […] ?’

 

Succes!

 

Meld je nu gratis aan

voor Solvitas Tips

Ontvang 1 x per maand de Solvitas Tips, met praktische tips over Oplossingsgericht Werken

(Zo’n 3000 mensen gingen je voor)

Maak kennis met onze Trainingen en workshops
Ik zoek een training voor... Mijn team Mijzelf