Een tijd geleden heb ik een team van artsen getraind in Oplossingsgericht coachen. Hun leidinggevende dacht dat de workshop nuttig kon zijn omdat zij artsen of verpleegkundigen in opleiding begeleiden.
Het werd me al snel duidelijk dat dit niet de makkelijkste groep ooit was om te trainen. Heel snel en slim, super bekwaam in hun vak, maar vooral gericht op het technische aspect (we zoeken het probleem en snijden het weg – zoiets).
Gelukkig hou ik wel van een uitdaging ????.
Midden in mijn uitleg over een stukje theorie, staat één van hen op. ‘Nou! Laat maar eens zien dan! Ik ben wel benieuwd hoe jij iemand motiveert! Ik ben de arts in opleiding en ben ongemotiveerd en jij gaat mij motiveren!’
Eh…. tsja….
In een split second koos ik ervoor mee te gaan in zijn verzoek. Ik zei: ‘prima, ik kan wel laten zien wat ik doe bij iemand die weinig motivatie voelt. Ik wil alleen geen toneelstuk. Dus waar ben je zelf écht niet gemotiveerd in? Dan wordt het tenminste een realistisch gesprek.’
Hij was even stil; deze had-ie niet aan zien komen. Toen zei hij: ‘nou oké… ik kan het niet altijd opbrengen gezond voor mezelf te koken’. Prima! We gingen in gesprek en het werd een goed gesprek. Hij stond open voor mijn vragen en er gebeurde echt iets.
Het bleek een gouden zet om mee te gaan in zijn verzoek: de rest van het team ging steeds meer rechtop zitten en de rest van de workshop liep een stuk relaxter. De arts vertelde me later dat hij eigenlijk van plan was een beetje te gaan muiten tijdens het gesprek, maar dat dat door mijn vragen niet lukte. Zo leuk dat hij dat opbiechtte ????!
Leuk verhaal natuurlijk, maar wat nou als ik hele goede redenen had gehad om níet op zijn verzoek in te gaan? Wat had ik dan kunnen doen? Dat lees je hier over nee zeggen.
Fijne dag!!
Hartelijke groeten,
Irene Lansdaal