Een projectgroepje maakt ruzie, iemand uit je team negeert de rest van het team of in een gezin dat je begeleidt zijn aanhoudende problemen… Waar mensen bij elkaar zijn, kan zomaar gedoe ontstaan. Heb jij een rol in de begeleiding van studenten, cliënten of medewerkers, dan heb je hier ongetwijfeld mee te maken. Ik geef hier een aantal praktische Oplossingsgerichte tips over het omgaan met gedoe in de samenwerking.
Mensen zijn complex. Dus dat er gedoe ontstaat als mensen samenwerken en -leven en daarin van alles willen bereiken, is eigenlijk niet meer dan logisch, toch?…
Bám! Dat was al tip nummer 1! 😊
We kunnen namelijk beginnen om gedoe een beetje te ‘normaliseren’ zoals dat in de Oplossingsgerichte methode heet. Dat kan de zwaarte en het gesprek erover iets verlichten.
Maar laat ik me er niet te makkelijk vanaf maken 😉 en ook een aantal concrete invalshoeken geven waar je mee aan de slag kunt.
Je kunt hierbij de 4 stappen in een Oplossingsgericht gesprek – die wij meegeven in onze basistraining – als ezelsbruggetje gebruiken: nut, doel, werkt en volgende stapje. Niet om deze in volgorde te gebruiken, maar als 4 mogelijke invalshoeken.
!! De algemene lijn is dat je in het gesprek met de betrokkenen op zoek bent naar ‘goede redenen’ (zodat mensen elkaar beter kunnen begrijpen) en naar ‘gezamenlijkheid’ (zodat er een basis gevoeld wordt waar men verder mee kan).
Hierbij is het vaak van belang meerdere mensen aan het woord te laten als je vragen stelt, zodat zij van elkaar dingen horen waar ze het mee eens zijn.
De zoektocht naar deze 2 elementen (goede redenen en gezamenlijkheid) ligt onder al deze voorbeeldvragen:
NUT
- ‘Er speelt dus een hele hoop… wat zou ons gesprek nu hierover zinvol voor jou / jullie maken?’
- ‘Het is ook niet niks om dit met elkaar goed voor elkaar te krijgen. Wat hopen jullie dat dit gesprek zal bijdragen?’
- ‘Ik begrijp dat het op dit moment lastig is t.a.v. […]. Hoe zouden jullie willen dat dit gesprek jullie daarbij helpt?’
- ‘Is dit gesprek tot zover nuttig?’
DOEL
- ‘Op dit moment zijn jullie zoekend in hoe […] verder moet gaan verlopen. Zou jij me als eerste willen vertellen hoe jij nu graag zou zien dat het verder gaat?’ ‘En jij?’ ‘En jij?’
- ‘Als ik het zo hoor zijn jullie het eens over een aantal dingen die jullie willen bereiken, namelijk […], […] en […]. Klopt dat?’
- ‘Stel dat de samenwerking / jullie gezin / de teamsamenwerking naar jullie zin zou verlopen, hoe zou dat er dan uit zien?’
- ‘Waaraan gaan jullie (als eerste) merken dat het een klein beetje beter loopt?’
- ‘Wat vinden jullie belangrijk in deze lastige situatie?’
- ‘Waarover zijn jullie het al eens, als het gaat om hoe het nu verder moet?’
- ‘Ik kan merken dat jullie allemaal het beste willen voor […] Wat ik ook hoor is dat jullie daarin […] allemaal belangrijk vinden. Jullie willen hierin […] bereiken. Klopt dat?’
- ‘Dus als ik het goed begrijp liggen er 2 opties op tafel. Zullen we eens kijken wat beide opties kunnen opleveren? Welk verschil zou optie A maken? [etc.]’
- ‘Ik begrijp dat je […] hebt gedaan. Wat hoopte je dat dat zou opleveren?’
WERKT
- ‘Wat hoeft er niet te veranderen t.a.v. hoe het tot nu toe gaat?’
- ‘Ik begrijp dat het vaak lastig kan zijn met elkaar, en dat is ook begrijpelijk. Op welke momenten gaat het wel wat meer in de richting die jullie graag willen?’
- ‘Er zijn vast goede redenen voor jouw insteek in deze situatie. Kun je daar wat over vertellen?’
‘Wat herkennen jullie hierin?’ - ‘Wat stemt jullie optimistisch, al is het maar een klein beetje, dat jullie de situatie weer de kant op kunnen krijgen die jullie graag willen?’
- ‘Wat willen jullie behouden t.a.v. jullie aanpak?’
VOLGENDE STAPJE
- ‘Hoe zou het eruit zien als het nèt iets meer gaat zoals jullie zouden willen? Wat is er dan anders?’
- ‘Dat klinkt als een hele grote vooruitgang en een mooi doel. Wat is het eerste kleine ding waaraan jullie zouden merken dat het de goede kant op gaat?’
- ‘Wat van ons gesprek vandaag is voor jullie bruikbaar voor hoe jullie verder willen?’
- ‘Waaraan gaan jullie als eerste merken dat jullie op de goed weg zijn?’
En in alle gevallen geldt weer dat je vervolgens Oplossingsgericht gaat doorvragen tot het beeld door meer details helderder wordt.
Erkenning
In de Oplossingsgerichte aanpak passen we erkenning ‘overal doorheen’ toe.
Werk je met groepen en gedoe, dan is het een beetje oppassen. Want erkenning geven aan de één, kan door de ander gezien worden als ‘jij geeft hem gelijk’.
De erkenning die je aan groepen geeft is daarom zoveel mogelijk voor de groep als geheel (‘Wat goed dat jullie in deze lastige situatie je weg met elkaar proberen te vinden’). En verder zit de erkenning vooral in je houding van aandachtig luisteren. Je neemt een ieder uiterst serieus.
Verwachtingen en jouw rol
Nog een kleine waarschuwing. Het risico bestaat dat we een soort van Oplossingsgerichte vragen gaan gebruiken om ‘van ze af te komen’. Bijvoorbeeld:
‘Wat hebben jullie nodig om dit soort situaties voortaan zelf op te lossen?’
Wat is er mis met deze vraag? Nou, deze gaat niet over hun doel maar over dat van jou (laat me met rust en los het zelf op! 😊). En we stellen geen vragen met ons eigen doel in het achterhoofd op het moment dat we anderen aan het helpen zijn.
Dan kun je beter ervoor kiezen om over de begeleiding helder te zijn over je rol en de verwachtingen te managen. Bijvoorbeeld:
‘Nu jullie samenwerken kunnen zich af en toe dit soort situaties voordoen. Wat je hierin van mij kunt verwachten is […] en wat niet mogelijk is is […]. Hebben jullie daar nog vragen over?’
Ook zijn er veel handige Oplossingsgerichte vragen die je kunt stellen bij de start van de samenwerking van een groepje dat je begeleidt. Maar dat is weer een ander onderwerp…
Succes!
p.s. Om de samenwerking in een team te onderhouden en versterken, hebben wij een aantal hele leuke workshops ontwikkeld (al zeggen we het zelf 😉). Interesse? Neem contact op met Irene om de mogelijkheden te bespreken: irenelansdaal@solvitas.nl of 06-52035046