Een van de manieren om motivatie aan te boren bij je student, cliënt of medewerker, is de ander zich te laten voorstellen ‘hoe het zou kunnen zijn’. Hoe meer de ander zijn gewenste situatie levendig voor zich ziet, hoe aantrekkelijker het wordt om die situatie te bereiken.
Een krachtig en simpel instrument om dat voor elkaar te krijgen is de ‘stel dat’ vraag. Maar pas op dat je daarmee niet de plank misslaat! Zo simpel is het nou ook weer niet 😉
De kracht
‘Stel dat-vragen’ zijn enorm krachtig als ze – in een soort mijmerende vorm – ervoor zorgen dat de ander zich verder gaat voorstellen hoe zijn gewenste toekomst zal zijn.
Dus bijvoorbeeld:
- ‘Stel dat het straks zo is zoals je net beschrijft… wat is dan het eerste tijdens jouw (werk/school)dag waaraan je dat zou merken?’
- ‘Stel dat je dit voor elkaar krijgt… welk verschil zou dit dan voor jou maken?’
- ‘Stel dat het lukt om […], wat is er dan anders?’
- ‘Stel dat het over een tijdje is zoals jij zou willen, hoe ziet dat er dan uit? Wat is er dan anders?’
- ‘Stel dat we een half jaar verder zijn, en dit je gelukt is. Wat zou je me dan over je situatie vertellen?’
Het doorvragen hierop, en de details die we dan op tafel krijgen, zorgen ervoor dat het doel ‘delicious’ wordt.
Soms kan – zeker als we het wat tentatief en mijmerend vragen – de ‘stel dat-vraag’ de ander ook net even over een hobbeltje heen helpen. Om even los te komen van een probleem en zich een betere situatie voor te stellen.
De verleiding
‘Stel dat-vragen’ kunnen ons helaas ook uitnodigen om te gaan invullen voor de ander én om stiekem onze eigen doelen het gesprek in te fietsen.
Bijvoorbeeld:
- ‘Stel dat je vaker […] doet, hoe zou dat dan zijn?’ : waarbij de ander zelf nog niet heeft gezegd dat hij […] vaker wil doen.
- ‘Stel dat je je tentamens haalt, welk verschil zou dat dan voor jou maken?’ : waarbij de student zelf niet heeft uitgesproken dat hij zijn tentamens wil gaan halen.
- ‘Wat zou er anders zijn als je […] bereikt hebt?’ : waarbij de ander zelf nog niets heeft gezegd over […] bereiken.
We denken hierbij heel subtiel te zijn. Maar reken maar dat de ander voelt dat wij iets als vertrekpunt nemen, wat hij zelf niet heeft gezegd.
Als we de ander een zetje willen geven, kunnen we dat beter openlijk en vragend doen. Door hulp te vragen of onze zorg te toetsen bijvoorbeeld.
NB : Ken je ze al, de vier verschillende interventies voor Oplossingsgericht beïnvloeden? Hulp vragen, zorg bespreken, activeren en ander middel!
Tip
We letten dus goed op dat bij de ‘stel dat-vraag’ alleen informatie wordt gebruikt, die onze gesprekspartner daarvoor zelf al op tafel heeft gelegd!
Op die manier is het een krachtige vraag om de motivatie bij onze gesprekspartner aan te boren.
Het is vooral een techniek om door te vragen op wat onze gesprekspartner heeft gezegd, of om te mijmeren over wat hij wil. Dus niet om iets wat in ons hoofd opkomt, terloops het gesprek in te fietsen.
In dat kader een grapje van Steve de Shazer voor de Oplossingsgerichte therapeut of coach: ‘Komt er een advies in je op? Neem snel een aspirientje, en wacht tot het over gaat.’ 😉