
We hebben het eerste coachgesprek met een student, starten een traject met een cliënt of krijgen een nieuwe collega. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat deze gesprekken een succes worden? Dat de samenwerking direct een prettige bodem krijgt? Oplossingsgericht pakken we dat nét even wat anders aan. Lees hier de praktische tips!
Bij zo’n eerste gesprek draait het om ‘verkennen’ en dat bestaat uit drie onderdelen:
a. Contact maken, interesse tonen
b. Nut, rollen en verwachtingen verhelderen
c. Heeft de ander een wens, doel of hulpvraag? Of ik?
Bij het allereerste gesprek zal het accent wat meer liggen op a (contact) en b (verhelderen), dan in vervolggesprekken. We gaan straks in op hoe we a,b en c precies vorm kunnen geven. Voordat we dat doen, even iets over wat we willen bereiken met de start van het gesprek:
- contact maken
- onze belangstelling voor de ander laten merken
- bij verplichte gesprekken: duidelijk maken waar deze gesprekken voor zijn, of wat de insteek is van dit specifieke gesprek
- bij een gesprek op initiatief van de ander: duidelijk krijgen waar hij voor komt en hoe het gesprek hem kan helpen
- een begin maken met de samenwerking om tot resultaat te komen
Best veel, toch? Daarom is het niet gek om even te overdenken over hoe we dat voor elkaar kunnen krijgen!
a. Contact maken, interesse tonen
Bijvoorbeeld:
- Praatje (de weg, het weer, de koffie, wat je ziet in de kamer etc…)
- Gezellig grapje
- ‘Ik zag dat je […] doet/hebt/hebt gedaan?’ (uitnodiging iets te vertellen)
- ‘Kun je me iets vertellen over je [werk/kinderen/studie/project/keuzes]?’
- Complimenteren / ‘Hoe is je dat gelukt?’
Een nóg meer Oplossingsgerichte insteek van kennismaken, is als je de ander alle ruimte geeft om zelf zijn eigen insteek te kiezen:
- Wat zou je me over jezelf willen vertellen?
- Waarvan denk jij… het is goed als ik dat over jou weet?
- Wat vind je leuk om mij te laten weten over jezelf?
En draai het – voor het evenwicht – ook om:
- Wat wil je graag van mij weten?
- Is er iets dat je graag van mij zou willen weten?
- Vind je het ook leuk als ik iets over mijzelf vertel? Wat zou je graag willen weten?
Een Oplossingsgerichte uitspraak uit de therapie is: ‘Leer eerst de cliënt kennen en dan zijn probleem’.
Daar kunnen we aan denken als er wel wat tijd beschikbaar is voor de eerste kennismaking. We kunnen dan Oplossingsgerichte vragen stellen die vooral belichten wat voor de ander belangrijk is, waar hij goed in is, welke hulpbronnen hij heeft e.d. Bijvoorbeeld:
- Wat doe je graag?
- Wie is belangrijk voor jou?
- Kun je me nog wat meer vertellen over je hobby/kinderen/sport/…
- Wat vind je leuk aan wat je nu doet?
- Waar ben je trots op?
- Als jij vrij bent, wat ga je dan het liefste doen?
En hier vervolgens op doorvragen.
Hebben we kort de tijd, dan zullen we waarschijnlijk sneller to the point komen. We slaan het contact maken in ieder geval niet over (lees ook deze column van Irene). Hoe belangrijk het kennismaken is en hoeveel tijd we ervoor hebben en voor willen nemen, hangt af van de omstandigheden. Soms is het beter direct to the point te komen en de nuttigheidsvraag te stellen (zie onderdeel c).
Boos over verplichte gesprek
Opgelet! Is iemand boos omdat hij verplicht op gesprek komt, dan merken we dit vaak bij het contact maken. Dan kunnen we beter niet doen alsof er niets aan de hand is, maar is het vaak verstandig om eerst erkenning te geven. Of om de ander uit te nodigen zijn gevoel uit te spreken ‘Wat vind je er eigenlijk van dat je hier bent/dat we dit gesprek hebben vandaag?’. Hoor waarderend de goede redenen, en dan kun je daarna erkenning geven.
We zijn soms een beetje bang voor de boosheid of onwil. Maar, het is vaak de beste optie om het open te gooien, goed te luisteren en vervolgens erkenning te geven.
b. Nut, rollen en verwachtingen verhelderen
Bij een eerste gesprek is het niet raar om te vragen ‘Is het een idee dat ik je misschien eerst wat uitleg geef over deze gesprekken? En dat je me dan kunt vertellen hoe jij onze gesprekken graag zou willen benutten?’.
Heel vaak is het bij 1e gesprekken zinvol om informatie te geven over wat de achterliggende reden is dat deze periodieke gesprekken er zijn. En hoe anderen deze gesprekken benutten bijvoorbeeld. Hou het zo kort mogelijk (want met al onze kennis hebben we anders zo de tijd volgekletst).
Vervolgens kun je bijvoorbeeld zeggen:
‘Nu je dit zo hoort, wat voor idee geeft dit jou voor hoe je ons gesprek vandaag / deze gesprekken wilt gebruiken?’
Andere voorbeeldvragen:
- Klopt het dat je hier bent omdat […] ? Wat vind jij daarvan?
- Ik ben Anna en ik ben […]. Het is mijn taak om […]. Klopt het dat jij […] doet?
- Weet jij waarom je hier bent vandaag? Hoe vind jij dat?
- Wat zou jij willen dat we in deze gesprekken gaan doen?
- Waarom denk je dat […] dit gesprek heeft geregeld? Wat denk je dat hij graag wil dat dit oplevert?’ ‘En wat vind jij daar van?
- Het idee achter deze gesprekken is […]. Hoe kijk jij daar naar?
- ‘In mijn rol als […] heb ik dit soort gesprekken zodat […]. Wat vind jij daar van?
- Veel mensen gebruiken deze gesprekken voor […]. Zit daar iets bij wat voor jou misschien ook zinvol is?
- Ik zou vandaag graag met je praten over […]. Wat zou dit gesprek voor jou nuttig maken?
- We hebben 30 minuten en we kunnen alles bespreken wat jij maar zinvol vindt. Wat zou voor jou de invulling van deze tijd nuttig maken?
c. Heeft de ander een wens, doel of hulpvraag?
Hoe eerder het lukt om de ander te vragen wat hij van het gesprek wil, hoe beter. Denk bijvoorbeeld aan:
- Dit is ons startgesprek. Wat voor idee heb jij over wat dit gesprek / deze gesprekken nuttig voor je zou(den) kunnen maken?
- We hebben dus 4 gesprekken dit jaar, en vandaag ons eerste. Hoe zou dit gesprek jou een beetje kunnen helpen?
- Deze gesprekken duren zo’n 15 minuten. Wat zou dit gesprek vandaag zinvol voor jou maken?
- Met anderen heb ik het bijvoorbeeld over […]. Maar je mag ook iets heel anders inbrengen. Het is aan jou wat zinvol is om te bespreken.
- Voor mij zou het fijn zijn […] even te bespreken. Wat zou voor jou dit gesprek nuttig maken?
- Nu je hier toch bent… wat zou dit gesprek dan toch een beetje zinvol voor je kunnen maken?
- Omdat dit ons eerste gesprek is stel ik voor dat we even over en weer kennismaken, en dat we daarna kijken hoe deze gesprekken jou het beste kunnen helpen. Wat denk jij daarvan?
- Dus jou lijkt dit gesprek eigenlijk niet zo nuttig, omdat alles eigenlijk best goed gaat. Klopt dat? Ja, dan kan ik me dat helemaal voorstellen….’
Eventueel ; ‘Wat denk je dat de reden/zorg is van […] dat deze afspraken worden georganiseerd?’
Of : ‘Wat fijn dat het zo goed gaat! Ik zou het wel heel leuk vinden daar meer over te horen, vertel!…’ - Oh ik begrijp dat alles eigenlijk heel lekker loopt. Vertel, hoe heb je dat voor elkaar gekregen?’ en eventueel daarna: ‘Hoe is dit bruikbaar voor hoe je nu verder wilt?
We kunnen de nuttigheidsvraag ook voorafgaand aan het gesprek al stellen aan de ander. In de uitnodiging vermelden we: ‘Denk vast na over wat ons gesprek voor jou zinvol zou maken. Dit is de leidraad van ons gesprek’. Hierbij zetten we voorafgaand al een kader voor het gesprek, en we geven de ander tijd om over deze (activerende) vraag na te denken.
Succes!