‘Ja ik ga wel een planning maken komende periode’. Of ‘Ja hoor, alles gaat goed’. Dit kan zomaar een uitspraak zijn van je student, cliënt of medewerker waarbij je denkt: ik krijg hier een sociaal wenselijk antwoord. Geen écht antwoord op mijn vraag. Hoe ga je daar effectief mee om vanuit de Oplossingsgerichte aanpak?
Allereerst is het heel goed dat we het opmerken. Dit betekent namelijk dat we goed kijken naar onze gesprekspartner.
Als we sociaal wenselijk gedrag merken weten kunnen we helaas vermoeden dat er voorafgaand iets mis is gegaan: de student, cliënt of medewerker voelt druk om te voldoen aan iets dat wíj willen. Dat er een planning gemaakt wordt bijvoorbeeld. Of dat het goed gaat.
Voor de helderheid maak ik hieronder onderscheid tussen situaties waarin we een ander willen helpen (coachen en adviseren) en situaties waarin we ons eigen doel expres naar voren hebben gebracht (beïnvloeden en sturen).
1. Coachen en Adviseren: het gaat om het doel van de ander
Als we Oplossingsgericht coachen gaat het niet om wat wíj willen, maar helpen we de ander zijn eigen doelen te behalen met eigen oplossingen.
Als het goed is heeft onze gesprekspartner geen last van wat wíj willen. En zou dus geen druk moeten voelen om ergens aan te voldoen. Hebben wij ons eigen doel door laten schemeren, dan kan de ander sociaal wenselijk gedrag gaan vertonen.
NB : wat ook mogelijk is, is dat we zelf hier niet direct aanleiding toe hebben gegeven, maar dat de ander dit wel denkt omdat eerder in vergelijkbare situaties of door anderen druk is uitgeoefend.
Hoe voorkomen we sociaal wenselijke antwoorden als we coachen?
- Stel de nuttigheidsvraag (‘Wat zou dit gesprek zinvol voor jou maken?’) voorafgaand of aan het begin van het gesprek. Hiermee laten we direct zien dat het gesprek gaat om wat voor de ander belangrijk is, en niet wat voor ons bealngrijk is.
- Ga alleen coachen als je mandaat daarvoor hebt: de ander heeft een coachvraag die deze met jou wil bespreken. Hebben we dit mandaat niet en gaan we toch coachen, dan kunnen we sociaal wenselijke antwoorden verwachten. Zorgvuldig verkennen (contact maken, rollen en verwachtingen verhelderen, en verkennen of er een coachvraag is) is dus belangrijk. En heb je geen mandaat, dan is dat zo. Niet doordouwen!
- ‘Work with what comes to you’ zei Insoo Kim Berg. Ga niet tegenspreken (‘Nou volgens mij gaat het helemaal niet zo goed’) , maar werk verder met wat er dan ook maar door de ander gezegd is (‘Oh wat fijn dat het goed gaat. Vertel!’).
- Vraag door naar details van het doel en de oplossingen van de ander; wat de ander WIL en wat er al WERKT. Ons concentreren op het luisteren en stellen van goede vragen – wat echt nog niet zo eenvoudig is – houdt ons af van onze eigen gedachten en oordelen.
Het gaat er om dat we vanaf het eerste moment van het contact zoveel mogelijk laten merken aan de ander: ‘jij bent de expert van jouw situatie, en dit gesprek gaat om wat jíj wil bespreken. Wil je mijn hulp, dan gaat ons coachgesprek over jóuw doel en over oplossingen die voor jóu werken’.
Als dit voor de ander voelbaar is, dan is er zo min mogelijk reden voor sociaal wenselijke antwoorden.
Adviseren
Als we Oplossingsgericht adviseren, sluiten we aan bij het doel van de ander maar hebben wij een oplossing waar de ander misschien iets aan heeft.
Krijgen we in dit geval een sociaal wenselijke reactie (‘Nou okee, ik zal wel een planning maken’) dan kunnen er een paar dingen aan de hand zijn:
- We gaven advies zonder het mandaat daarvoor te hebben. De ander wilde – in ieder geval op dit moment in het gesprek – geen advies van jou. In dit geval: hou onmiddellijk op met adviseren en ga weer verkennen, erkennen of coachen.
- We gaven het advies met nadruk (‘Je moet dit echt eens proberen!’ / ‘Het lijkt me toch wel het meest handig dit keer een planning te maken’) In dit geval: stop direct de vrijblijvendheid hier weer in. ‘Ach ja… ik zit dit nu zo te zeggen, maar dit werkt niet voor iedereen. Wat denk je dat er voor jóu werkt?’Oplossingsgericht adviseren is altijd vrijblijvend. Je moet bereid zijn je advies direct weer van tafel te halen.
- Ons advies paste niet bij het doel dat de ander heeft. Daarom heeft de andere eigenlijk geen zin in onze oplossing en is die alleen beleefd. In dit geval: stop hier direct mee en haal je advies van tafel. Bijvoorbeeld door een stapje terug te gaan in het gesprek (‘nou ja zie maar… hee ik voel de behoefte om even voor mezelf samen te vatten waar we nu staan; …’), en Oplossingsgericht samen te vatten over wat je van de ander hebt gehoord over wat hij WIL en wat er al WERKT.
2. Beïnvloeden en Sturen: het gaat om mijn doel
En ja, soms hebben we als begeleider wel zelf een doel. We moeten met onze student in gesprek over tegenvallende studieresultaten. Of als sociaal werker met onze cliënt praten over zijn zorgwekkende oplopende schulden. Of als leidinggevende of projectleider met een medewerker over zijn moeizame samenwerking met anderen.
In deze gevallen kun je Oplossingsgericht beïnvloeden. Er zijn verschillende interventies die je daarbij kunt toepassen (lees hierover dit blog).
In onze trainingen over Oplossingsgericht Beïnvloeden bespreken we de vier varianten en hoe je kunt omgaan met (lastige) reacties. Eén van de mogelijke reacties is ‘Komt goed hoor, ik ga er gewoon even tegenaan’, waarbij we als begeleider eigenljk denken dat dit juist níet goed komt. In dat geval gaan we ons – als een nieuwsgierige detective – gerust laten stellen. ‘Nou klinkt goed, vertel!’. En daarna steeds verder doorvragen op details.
Dit klinkt overigens simpeler dan het is, maar het werkt wel heel goed. In de training zijn we zo een dagdeel bezig met oefenen op beïnvloeden en het omgaan met de reacties.
En, soms heeft de ander lak aan jouw beïnvloeding. Je hebt geen mandaat en daarom krijg je een sociaal wenselijke reactie. Dan houdt het op. Je kunt je beïnvloeding beter stoppen.
Sturen
Hier kunnen we kort over zijn: in het geval van Oplossingsgericht sturen accepteer je geen ‘nee’. De sturing zit er in dat je de ander dwingt te praten over HOE hij hetgeen dat jij belangrijk vindt – jouw doel – voor elkaar gaat krijgen. Dit kunnen we alleen doen als we een zeer stevig (hiërarchisch) mandaat hebben!
Is de reactie ‘komt goed hoor’ dan hebben we nog géén antwoord op het hoe gekregen. We vragen daarom door: ‘Vertel!’ of ‘Ah klinkt goed. Hoe ga je daarvoor zorgen?’. Net zolang tot er wel is gesproken over het ‘Hoe’.
Succes!